Eerste hulp bij brandneteljeuk

Vraag maar raak
Eerste hulp bij brandneteljeuk

Jeuk, een branderig gevoel en soms zelfs pijnlijke blaartjes: wie in aanraking komt met brandnetels weet wat hem te wachten staat. En hoewel brandneteljeuk nooit erg lang duurt, vinden de meeste mensen het maar wat vervelend. Gelukkig bestaan er vele huismiddeltjes die zouden helpen om de pijn te verlichten: insmeren met gekneusd weegbreeblad, oorsmeer een rauwe doorgesneden aardappel, azijn, zuring of hondsdraf. Maar welke van die middeltjes werken nu echt, en hoe werken ze?

Om dat te begrijpen is het goed eerst te weten wat er precies gebeurt als een brandnetel de huid aanraakt. De bladeren en stengels van brandnetels zijn bedekt met fijne haartjes. Wie daar met bijvoorbeeld een microscoop sterk op inzoomt, ziet dat deze haartjes hol zijn. Ze zijn gevuld met allerlei nare stoffen, waaronder mierenzuur. Wanneer zo’n haartje in aanraking komt met de huid prikt het er gemakkelijk in en breekt het af. Hierbij komt de inhoud van het haartje vrij in de huid. Het prikken en de inhoud zorgen samen voor het onaangename gevoel.

Met die wetenschap kun je de pijnlijke gevolgen van een brandnetelaanraking verminderen. Allereerst kun je de jeukende plek goed schoonmaken: met water en zeep, of als die niet in de buurt zijn met een droge doek. Hiermee verwijder je snel een groot deel van de irriterende inhoud van de brandnetelhaartjes, en wordt de jeuk een stuk minder.

Dan de andere huismiddeltjes. Wetenschappelijk is het niet erg goed onderzocht, maar één theorie is dat ze berusten op de neutraliserende werking van zuur. Azijn en het blad van weegbree, hondsdraf en zuring zijn zuur, en de naaldjes van de brandnetel zijn kalkachtig. Het zuur zou deze kalkachtige naaldjes afbreken, waardoor de prikpijn minder zou worden. Verder zou het toegevoegde zuur de irriterende inhoud van het naaldje verdunnen, wat ook verlichting zou geven.

Wetenschappelijk bewezen of niet: azijn en plantenbladeren lijken goed te werken tegen de jeuk. Goed om te weten als je de volgende keer op pad gaat om brandnetelsoep te maken.


Foto: Randy A. Nonenmacher / Wikimedia Commons

foto Jeroen Scharroo door
Jeroen Scharroo