Wetenschap: Buidelkikkers groeien op in moeders rugzak

Natuurnieuws
Wetenschap: Buidelkikkers groeien op in moeders rugzak

Foto: A Catenazzi

Niet alleen kangoeroes dragen hun kroost in een buidel, ook buidelkikkers houden hun kleintjes zo lang mogelijk bij zich. In een rugzakje. Dat is niet alleen veilig, maar blijkt ook nog eens cruciaal voor de zich ontwikkelende kikkertjes. Die blijken namelijk tijdens hun verblijf in de rug belangrijke voedingsstoffen van moeders te krijgen (Biology Letters, 26 oktober).

Sommige kikkers dumpen hun kleintjes gewoon in een drillende massa ergens in het water en laten ze aan hun lot over. Andere doen er alles aan om hun kroost de beste zorg en bescherming te bieden die er is. De buidelkikker Gastrotheca excubitor spant daarin de kroon. Tijdens de paring neemt het mannetje met zijn poten de eieren liefdevol aan van zijn partner, bevrucht ze, en stopt ze vervolgens weg onder een huidflap in de rug van het vrouwtje. Bij sommige buidelkikkers kruipen de kleintjes als kikkervisjes uit de broedzak, maar bij G. excubitor zien ze pas het daglicht als ze zich hebben ontwikkeld tot een miniatuurversie van hun ouders.

En dat is wel zo handig. Kikkerdril is namelijk niet bepaald de veiligste plek om op te groeien tot kikkervisje. Hongerige vissen, salamanders en waterinsecten liggen altijd op de loer. Zelfs wanneer het kikkervisstadium bereikt is, blijft de toekomst onzeker. Op de rug bij moeders is dat wel anders. Zij biedt de hoognodige bescherming en zorgt ervoor dat haar lievelingen in ieder geval uitgroeien tot een klein kikkertje.

Maar de zorg van moederkikker gaat verder dan waken alleen. Waar veel kikkerembryo’s groeien van voedingsstoffen in de dooier, blijkt G. excubitor veel voedingsstoffen direct van zijn moeder te ontvangen. Om elk ei zit een goed doorbloed membraan dat uitwisseling van voedingsstoffen mogelijk maakt, vergelijkbaar met een navelstreng in zoogdieren. Dat ontdekten twee in Amerika werkzame biologen door dragende kikkermoeders insecten te voeren. De insecten kregen een soort heel klein stickertje mee, waardoor ze precies konden zien waar alle voedingsstoffen van de insecten achteraf terecht kwamen. En jawel, een deel vonden ze terug in de zich ontwikkelende kikkertjes.

De kleine kikkertjes graven zich overigens niet kosten wat het kost naar buiten wanneer de tijd rijp is, maar wachten netjes tot hun moeder met haar achterpoot zelf de huidflap op haar rug blootlegt. De moederliefde lijkt dus wederzijds.

foto Steijn van Schie door
Steijn van Schie